Compensatieregeling transitievergoeding bij ontslag
Mediators krijgen vaak vragen van cliënten over hoe het precies zit met de regels rond de transitievergoeding voor werknemers die langdurig ziek zijn en ontslagen worden. Over deze regeling is onlangs door de overheid, binnen het kader van de Wet Werk en Zekerheid, een nieuw besluit genomen. Veel werkgevers waren het niet eens met de bestaande regels. Wat is er veranderd? Vanaf 1 april 2020 krijgen werkgevers na twee jaar ziekte van een werknemer een compensatie voor de betaalde transitievergoeding.
Wat is een transitievergoeding?
Wanneer er sprake is van een arbeidsconflict kan een mediator optreden als onafhankelijke bemiddelaar tussen werkgever en werknemer. Soms is het mogelijk dat de samenwerking uiteindelijk op een prettige manier wordt voorgezet. In andere gevallen kan het toch nodig zijn dat u als werkgever uw werknemer moet ontslaan. In dat geval dient u, tenzij de werknemer overduidelijk in gebreke is geweest, een ontslagvergoeding te betalen. Deze vergoeding wordt de transitievergoeding genoemd. Als voorwaarde geldt wel dat de werknemer minimaal twee jaar in dienst is geweest. Het uit te keren bedrag is afhankelijk van het salaris en de duur van het dienstverband.
Transitievergoeding na langdurige ziekte werknemer
Wanneer uw werknemer meer dan twee jaar ziek is, dan bent u als werkgever niet meer verplicht om het loon door te betalen. U kunt dan een ontslagvergunning aanvragen bij het UWV om uw werknemer te ontslaan. U dient dan wel de transitievergoeding te betalen. Veel werkgevers zagen deze regeling als onrechtvaardig. U betaalde immers tijdens de twee ziektejaren al minstens 70% van het loon gewoon door. Daarnaast hebt u ook kosten gemaakt voor de re-integratie van de zieke werknemer. Veel werkgevers lieten van zich horen en dit heeft tot een wetswijziging geleid.
Nieuwe compensatieregeling voor de transitievergoeding
Op 26 februari 2019 werd de nieuwe ‘Wet compensatie transitievergoeding langdurig arbeidsongeschikte werknemers’ bekendgemaakt. De wet behelst dat vanaf 1 april 2020 werkgevers een beroep kunnen doen op een compensatie van de door hen betaalde vergoeding wanneer ze een werknemer na twee jaar ziekte ontslaan. Deze compensatieregeling wordt uitgevoerd door het UWV. Om in aanmerking te komen voor deze compensatieregeling moet u kunnen bewijzen dat:
- Er sprake was van een arbeidsovereenkomst.
- De werknemer ziek uit dienst is getreden.
- De transitievergoeding is betaald.
Daarnaast wil het UWV weten:
- Hoelang de arbeidsovereenkomst heeft geduurd.
- Hoe de transitievergoeding is berekend.
- Hoe hoog de kosten waren van het doorbetaalde loon tijdens de ziekte.
Enkele belangrijke aandachtspunten
Hieronder hebben we een aantal punten op een rij gezet, waar u als werkgever rekening mee moet houden, als u aanspraak wilt maken op de compensatieregeling voor de transitievergoeding:
Vanaf 1 april 2020 (met terugwerkende kracht)
U kunt vanaf 1 april 2020 een aanvraag doen bij het UWV voor een compensatie van de transitievergoeding die u vanaf 1 juli 2015 hebt betaald. Wanneer het einde van de termijn van twee jaar ziekte voor deze datum lag, kunt u geen beroep doen op deze nieuwe regeling.
De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst beëindigd
Om in aanmerking te komen voor de regeling moet u als werkgever de arbeidsovereenkomst hebben beëindigd. De wijze waarop dit is gebeurd, bijvoorbeeld via een vaststellingsovereenkomst, de kantonrechter of door stopzetting met permissie van het UWV, is daarbij niet van belang.
Er is een maximum ingesteld
De compensatieregeling mag niet hoger zijn, dan het brutoloon van de werknemer dat tijdens de ziekte is uitbetaald.
Loonsanctie
Hebt u zich als werkgever niet voldoende ingezet voor de re-integratie van uw werknemer en hebt u daarvoor van het UWV een loonsanctie gekregen, dan wordt de termijn van de loonsanctie niet meegerekend in de compensatie van de transitievergoeding.
Slapend dienstverband
De periode van een zogeheten ‘slapend dienstverband’ telt niet mee voor de compensatie van de transitievergoeding.